Nieuwe subsidieregeling voor starters
Starters die zich geen koophuis kunnen veroorloven, kunnen straks subsidie krijgen om de aankoop van een nieuwbouwwoning te financieren. De regeringspartijen steunen een wetswijziging van het CDA om daar € 40 miljoen voor uit te trekken. Daarnaast willen GroenLinks en PvdA een opkoopverbod voor beleggers om starters te helpen.
Het plan voor de subsidie werd vrijdag gelanceerd door stichting OpMaat, een landelijk expertisecentrum voor de woningmarkt. Het fonds sluit aan bij al bestaande regelingen voor middeninkomens zoals de KoopStart-regeling, waarbij de projectontwikkelaar een deel van de verkoopprijs voorschiet. Die hoeft pas terugbetaald te worden na verkoop van de woning.
Subsidie via Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen
Het geld wordt gestort in een op te richten Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen. Starters en gezinnen met een bruto jaarinkomen tussen de € 40.000 en € 65.000 kunnen straks maximaal € 75.000 korting krijgen op de aankoop van een nieuwbouwhuis. Zo kunnen zij zich een eengezinswoning of appartement van ongeveer € 280.000 veroorloven.
Wanneer de woning later wordt verkocht, moet de subsidie worden terugbetaald, plus een deel van de eventuele winst. Met dat geld kan het fonds dan weer nieuwe starters helpen. Mocht de woning onverhoopt in waarde dalen, dan kan het terug te betalen bedrag lager uitvallen. “Op deze manier kunnen er doorlopend betaalbare koopwoningen aan koopstarters worden verkocht,” aldus Simone van de Kuit, directeur-bestuurder van OpMaat. ”Iedereen vindt dat er iets moet gebeuren voor koopstarters. Het is vanzelfsprekend dat wij dit nu oppakken als expertisecentrum voor betaalbare koopwoningen.”
Na twee jaar treedt het revolverend effect in werking en worden via het Koopfonds jaarlijks ruim 225 betaalbare koopwoningen verkocht aan starters met een middeninkomen. Het totaal aantal te realiseren betaalbare koopwoningen kan zelfs oplopen van 3.000 tot bijna 5.000 in 2030, blijkt uit een financiële doorrekening van Johan Conijn van Finance Ideas. Hiervoor is het wel nodig om een deel van de middelen die vanaf 2025 terugkeren in het fonds, in te zetten voor het aantrekken van externe financiering.
OpMaat vroeg om € 82 miljoen
Het verschil met bestaande regelingen is dat er in het nieuwe fonds overheidsgeld zit. OpMaat had gevraagd om een bijdrage van € 82 miljoen van het Rijk, zoveel krijgt het nu niet. Het idee was dat er tot 2030 dan zo’n 1.500 tot 5.000 nieuwbouwwoningen aan starters konden worden verkocht.
Met het fonds speelt OpMaat in op het programma Betaalbaar Wonen van woonminister Hugo de Jonge. De minister heeft een bouwdoelstelling geformuleerd van 900.000 nieuwbouwwoningen tot 2030,waarvan twee derde betaalbaar.
‘Hartstikke prijsopdrijvend’
De regeling kan niet overal op steun rekenen. Een aantal geraadpleegde experts noemen in Stadszaken de verwachting van de indieners van de wet, dat het vergroten van de leenruimte voor starters niet prijsopdrijvend zou werken, ‘kortzichtig en incorrect’. Zo zegt Woningmarktanalist Jasper du Pont: “Hoe meer geld je in de markt pompt, hoe duurder de huizen worden. Dit is dus wel degelijk hartstikke prijsopdrijvend. Zo stroomt er meer geld door naar ontwikkelaars en grondeigenaren.”
Deze stelling valt te betwijfelen aangezien starters over het algemeen minder te besteden hebben dan de reguliere mensen op de woningmarkt. Dit zou dus betekenen dat de prijs juist gelijk blijft en weinig tot geen invloed zal hebben op de prijsstijging. Het geeft hen een kans om een geschikte woning te vinden.
Bron: Vastgoedactueel.nl
Het plan voor de subsidie werd vrijdag gelanceerd door stichting OpMaat, een landelijk expertisecentrum voor de woningmarkt. Het fonds sluit aan bij al bestaande regelingen voor middeninkomens zoals de KoopStart-regeling, waarbij de projectontwikkelaar een deel van de verkoopprijs voorschiet. Die hoeft pas terugbetaald te worden na verkoop van de woning.
Subsidie via Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen
Het geld wordt gestort in een op te richten Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen. Starters en gezinnen met een bruto jaarinkomen tussen de € 40.000 en € 65.000 kunnen straks maximaal € 75.000 korting krijgen op de aankoop van een nieuwbouwhuis. Zo kunnen zij zich een eengezinswoning of appartement van ongeveer € 280.000 veroorloven.
Wanneer de woning later wordt verkocht, moet de subsidie worden terugbetaald, plus een deel van de eventuele winst. Met dat geld kan het fonds dan weer nieuwe starters helpen. Mocht de woning onverhoopt in waarde dalen, dan kan het terug te betalen bedrag lager uitvallen. “Op deze manier kunnen er doorlopend betaalbare koopwoningen aan koopstarters worden verkocht,” aldus Simone van de Kuit, directeur-bestuurder van OpMaat. ”Iedereen vindt dat er iets moet gebeuren voor koopstarters. Het is vanzelfsprekend dat wij dit nu oppakken als expertisecentrum voor betaalbare koopwoningen.”
Na twee jaar treedt het revolverend effect in werking en worden via het Koopfonds jaarlijks ruim 225 betaalbare koopwoningen verkocht aan starters met een middeninkomen. Het totaal aantal te realiseren betaalbare koopwoningen kan zelfs oplopen van 3.000 tot bijna 5.000 in 2030, blijkt uit een financiële doorrekening van Johan Conijn van Finance Ideas. Hiervoor is het wel nodig om een deel van de middelen die vanaf 2025 terugkeren in het fonds, in te zetten voor het aantrekken van externe financiering.
OpMaat vroeg om € 82 miljoen
Het verschil met bestaande regelingen is dat er in het nieuwe fonds overheidsgeld zit. OpMaat had gevraagd om een bijdrage van € 82 miljoen van het Rijk, zoveel krijgt het nu niet. Het idee was dat er tot 2030 dan zo’n 1.500 tot 5.000 nieuwbouwwoningen aan starters konden worden verkocht.
Met het fonds speelt OpMaat in op het programma Betaalbaar Wonen van woonminister Hugo de Jonge. De minister heeft een bouwdoelstelling geformuleerd van 900.000 nieuwbouwwoningen tot 2030,waarvan twee derde betaalbaar.
‘Hartstikke prijsopdrijvend’
De regeling kan niet overal op steun rekenen. Een aantal geraadpleegde experts noemen in Stadszaken de verwachting van de indieners van de wet, dat het vergroten van de leenruimte voor starters niet prijsopdrijvend zou werken, ‘kortzichtig en incorrect’. Zo zegt Woningmarktanalist Jasper du Pont: “Hoe meer geld je in de markt pompt, hoe duurder de huizen worden. Dit is dus wel degelijk hartstikke prijsopdrijvend. Zo stroomt er meer geld door naar ontwikkelaars en grondeigenaren.”
Deze stelling valt te betwijfelen aangezien starters over het algemeen minder te besteden hebben dan de reguliere mensen op de woningmarkt. Dit zou dus betekenen dat de prijs juist gelijk blijft en weinig tot geen invloed zal hebben op de prijsstijging. Het geeft hen een kans om een geschikte woning te vinden.
Bron: Vastgoedactueel.nl